Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aanzetting

betekenis & definitie

v. (-en), het aanzetten, in ’t bijz.

1. (toonkunst) de wijze waarop men een blaasinstrument aan de mond zet en de lippen plooit om een toon voort te brengen;
2. opzetting, opruiing, ophitsing;
3. het zich vasthechten van neerslag en bezinksel (aan de binnenwanden van een voorwerp);
4. aangezette korst, bezinksel.

< >