Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aantonen

betekenis & definitie

(toonde aan, heeft aangetoond),

1. (met dat.) iemands aandacht op iets richten, hem het bestaan of de aard van iets doen opmerken: de gebreken van een werk, de reden, de bron van iets aantonen;
2. gevolgd door dat of hoe: de waarheid van een stelling of een feit doen opmerken, de bewijsgronden doen zien (vgl. betogen);
3. zijn houding toonde aan, dat hij schuldig was, gaf te kennen, duidde met zekerheid aan ;
4. (in de scheik., met concr. object): zwavel, koolstof aantonen, de aanwezigheid van dit element in een stof demonstreren.

< >