(roerde aan, heeft aangeroerd),
1. opzettelijk aanraken : roer mij niet aan, kom niet aan mij; de spijzen waren niet aangeroerd, er was niet van gegeten; — (oneig.) een tere snaar aanroeren, over een teder onderwerp spreken;
2. (fig.) raken, treffen;
terloops vermelden, oppervlakkig behandelen: ik kan die kwestie hier slechts even aanroeren; 3. weke en min of meer vloeibare stoffen roerende met iets aanmengen: roer de bestellenpap met een paar eieren aan.