Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aangroeien

betekenis & definitie

(groeide aan, is aangegroeid),

1. door groeien groter worden; (fig.) toenemen, zich uitbreiden, sterker worden: de snel aangroeiende bevolking; een aangroeiend lawaai; — aangroeien tot iets, door groeien iets worden ;
2. (van een verloren gegaan deel van een organisme) opnieuw groeien: als een hagedis haar staart verliest, groeit die weer aan ;
3. begroeid worden : in die zee groeien de schepen sterk aan, zeegewassen en schelpdieren hechten zich aan de scheepshuid in grote mate vast.

< >