Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gepubliceerd op 10-04-2020

Schaats

betekenis & definitie

Dat de vroegere betekenis van schaats: stelt was, blijkt uit een oude tekst, die luidt: ‘In desen tijdt leefde noch den man op schaetsen dewelcke te Gendt met zoo hooghe schaetsen ghinc dat hij sach boven in de huysen ter vensteren inne’. Het Franse woord échasse, waaraan schaats is ontleend, betekent ook nu nog: stelt, steigerjuffer.

Voor wat men nu een schaats noemt, had men in vroeger tijd heel andere woorden, zoals schaverdijn, schuyverdijn, schrickschoen, schoverlinck. Verouderd is ook: een schaats slaan voor: schaatsenrijden. Wel zegt men nog wel: een rare, een scheve, een vreemde schaats slaan voor: zich wonderlijk of onbehoorlijk gedragen.Men brengt het woord schaats in verband met eenwerkwoord schaken, niet: schaakspelen maar: een snelle beweging maken, Engels to shake. Maar deze betekenis past in het geheel niet bij de oorspronkelijke betekenis van schaats: stelt. Raadselachtig.

< >