Van het werkwoord pluimstrijken wordt bijna alleen de onbepaalde wijs gebruikt. Hoogst zelden hoort men: hij pluimstrijkte en nooit: hij streek pluim.
De eigenlijke betekenis van het woord is: de pluimen, de pluisjes, van iemands kleding strijken, dus: iemand ongevraagd diensten bewijzen, iemand laffe complimenten maken, iemand op onderdanige wijze vleien.Reeds in de oudheid werd pluimstrijken als een teken van vleierij beschouwd. Dat bewijzen Griekse en Latijnse teksten. In het Middelnederlands komen twee uitdrukkingen voor die zeer verhelderend zijn. Men zeide toen: enen plucken van den stove (iemand zuiveren van stofjes) en: enen striken van den plumen (de pluisjes van iemand afstrijken). Beide betekenden: vleien.