Bakeren, een werkwoord dat afgeleid is van dezelfde stam waarvan ook bakken komt, betekent eigenlijk: verwarmen en in het bijzonder: een pas geboren kind verzorgen. Zij die dat doet heet bakermoer, bij afkorting baker en zij verrichtte vroeger haar werk zittend op de bakermat, een langwerpige lage mand of houten bak die voor het vuur stond.
Later gebruikte men bakermat ook voor wieg en daarna voor geboorteplaats.Daar men oudtijds geloofd schijnt te hebben dat de wijze waarop een kind werd gebakerd, zijn karakter beïnvloedde, konden zegswijzen ontstaan als heet of haastig gebakerd in de zin van: driftig, voortvarend.