Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gepubliceerd op 10-04-2020

Gezin

betekenis & definitie

Het woord gezin is bezig te verouderen. Veelal bezigt men, evenals de Duitsers, de Engelsen en de Fransen het woord familie, family, familie, ontleend aan het Latijnse familia, dat verwant is met famulus: bediende.

Dit is op merkwaardige wijze in overeenstemming met het woord gezin. Men behoeft er slechts aan te denken dat het Duitse Gesinde betekent: het dienstpersoneel. Wij hebben te maken met woorden die afstammen van zenden in de zin van: doen reizen. Het Middelnederlandse ghesinde beduidde dan ook: reisgezelschap, hofhouding, gevolg, eigenlijk: allen die de heer op een krijgstocht begeleidden. Huusghesinde wilde in ’t Middelnederlands zeggen: zij die als bedienden met iemand samenwonen, dus de gezamenlijke onderhorigen die niet tot de familie behoren. Nu is het woord juist beperkt tot man, vrouw en kinderen.

< >