Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gepubliceerd op 10-04-2020

Geweer

betekenis & definitie

Niemand twijfelt aan de betekenis: een geweer is een ding waar een kogel uit vliegt als je de haan overhaalt. Maar het woord is veel ouder dan de uitvinding van het buskruit en wie er even zijn gedachten bij laat stilstaan, valt wel de verwantschap met zich verweren op.

Oorspronkelijk betekent geweer dan ook: verdediging. En omdat men daarbij wapens nodig heeft, gaat geweer in het bijzonder een wapen aanduiden, maar niet speciaal: schietwapen. Dat bewijst een woord als zijdgeweer, deftig voor: sabel. Voor het instrument dat kogels af vuurde bezigde men aanvankelijke woorden als: musket, vuurroer, snaphaan. Toen kwam schietgeweer in gebruik. Naarmate dat het belangrijkste wapen werd, ging men het eerste deel meer als overbodig voelen en tenslotte verdween het helemaal. Maar in de uitdrukking: de hele bevolking kwam in ’t geweer om de brand te blussen, zit nog de oude betekenis van: maakte zich op ter verdediging, ter bestrijding.

< >