Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gepubliceerd op 10-04-2020

Berooid

betekenis & definitie

Het werkwoord, waarvan berooid het deelwoord is, zou berooien moeten luiden. Het komt echter niet voor.

Voor het eerst is berooid aangetroffen in een Westfriese tekst van 1488 in de algemene betekenis van: beroofd van. Hooft omschrijft het begrip: kaal op de volgende wijze: Mijn hooft, beroojt van aengebooren pruijck. Ook met betrekking tot het verlies van geestvermogens werd het gebruikt: berooid van hoofdbetekent bij Vondel: het hoofd kwijt, radeloos. Thans kennen wij het alleen nog in absolute zin, dus zonder bepaling, in de betekenis: arm, dikwijls in verbinding met het een of andere synoniem. Men vindt bijvoorbeeld: arm en berooid, berooid en pover, kaal en berooid, naakt en berooid. Beide woorden drukken dan tezamen een versterking van het begrip uit.

< >