vastzittend bloedstolsel, ontstaan door vastkleving van bloedplaatjes, in een ader of slagader, ter plaatse waar het ontstaan is, in tegenstelling met embolus; onderscheiden in primaire of autochthone thrombus, ontstaan op de door ziekte veranderde plaats van het bloedvat, voortgezette thrombus, die zich afzet aan de primaire en marantische thrombus. T. ligamentilati, vaginae, vulvae, bloedstolsel in de genoemde delen, dat geen eigenlijke thrombus is; vgl.
Haematocele, Haematoma. T. neonatórum (neonatus, pasgeboren kind), = kephalhaematoma (zie ald.). T. sebaceus (sebum, smeer), oorsmeerprop, cerumenprop.