borstkas. T. en bateau (P.
Marie en Astié), schuitborst; inzinking van de voorste, bovenste delen der borstkas, met vooruitspringende schouders, bij syringomyelie. T. en lorgnette, sterke kyphosis, waardoor de korte borstkas ten dele in de buik wordt gedrukt; bij osteitis deformans. T. infantíIis (Lat., kinderlijk), smalle borstkas met betrekkelijk wijde onderste opening, smalle ruimten tussen de ribben, grote afstand tussen borstbeen en ruggegraat; dikwijls bij tuberculose. T. pirifórmis, peervormige borstkas (Wenckebach), smal van onderen, bij enteroptose. T.de polichinelle (Fr., hansworstborstkas), sterk misvormde borstkas door tuberculose der ruggewervels.