Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Sycósis

betekenis & definitie

(oóxcootg, vijgachtig aangroeisel), baardvin, huidziekte, beperkt tot de met baard begroeide huid, met puisten en puistjes, die elk door een haar worden doorboord. S. idiopathica, s. non parasitaria s. simplex s. staphylógenes (Unna), ontstaat door onbekende oorzaken; syn. mentagra, follicuiitis, of perifolliculitis barbae.

S. lupoides, op lupus gelijkend. S. parasitaria, ontstaat door trichophyton tonsurans; vroeger syn. met S. framboësoides. S. capillitii, sycosis van de behaarde huid van het hoofd. S. framboesifórmis (Hebra), op frambozen gelijkend. S. nuchaescleróticans, verhardingen veroorzakend. S. hyphógenes s. hyphótica (ópf), weefsel, nl. van schimmeldraden), = S. parasitaria.

< >