Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Spasmus

betekenis & definitie

S. igitans, = paralysis agitans. S. caninus s. cynicus = cynospasmus.

S. clónicus, clonische kramp (zie ald.). S. coörd i natus (vgl. Coördinatie), onwillekeurige, doch gecoördineerde bewegingen, dwangbewegingen; ook statische kramp genoemd. S. facialis, aangezichtskramp, gewoonlijk een clonische kramp aan één zijde in het gebied van de n. facialis; syn. tic convulsif, prosopospasmus. S. glóttidis s. laryngis, = laryngospasmus. S. inspiratórius, inademingskramp, aanvallen van rhythmische samentrekkingen van enige of vele inademingsspieren.

S. m ó b i I i s (Lat., beweeglijk), krampen met choreatische of athetotische bewegingen bij het beproeven van lichaamsbewegingen; bij poliencephalitis (Gowers). S. nictitans, vgl. Nictitatio. S. nütans (knikkend), salaám- of knik-kramp; langzame clonische kramp van de beide n. sternocleido-mastoidei met vooroverbuiging van de romp, bij idiote kinderen. S. otilgicus, = otalgie (zie ald.). S. rotatórius, = S. nutans. S. tónicus, tonische kramp, enige tijd aanhoudende, krachtige samentrekking van spieren.

< >