(Lat., gedeelte; syn. pars), P.acromiélis, het aan het acromion ontspringend gedeelte van de m. deltoideus. P. cervicalis uteri, = P. vaginalis uteri.
P. clavicularis M. sterno-cleidomastoidei, M. pectoralis majoris, het aan het sleutelbeen ontspringend gedeelte van de musculus sterno-cleidomastoideus, de musculus pectoralis major. P. dura paris séptimi, „hard gedeelte van het zevende (hersenzenuw-) paar”, n. faciaús; vroeger werd nl. het zevende en achtste paar als één paar beschouwd, waarvan de n. acusticus de „portio mollis” was. P. iliaca fasciae latae, benedenwaartse voortzetting der fascia iliaca. P. intermédia nervi acustici (W r i s b e r g i i), vgl. Nervus intermedius s. n. glossopalatinus. P. major N. trigémini, grotere, sensibele wortel van de n. trigeminus.
P. minor N. trigémini, de kleinere, motorische wortel van de n. trigeminus. P. mollis paris séptimi (mollis, zacht), = n. acusticus; zie P. dura. P. pylóricaventricuIi, = pars pylorica, portiergedeelte van de maag. P. s p i no-scapular is M. deltoidei, het aan de spina scapulae ontspringend gedeelte van de m. deltoideus. P. sternalis M. sternocleido-mastoidei, het aan het borstbeen ontspringend gedeelte van de m. sternocleido-mastoideus. P. sterno-costalis M. pectoralis majoris, het aan het borstbeen en de ribben ontspringend gedeelte van de m. pectoralis major.
P. supra vag i nalis cérvicis uteri, het gedeelte van de hals van de baarmoeder, dat niet door de schede omvat wordt. P. thorécica M. pectoralis majoris, = P. sternalis et costalis m. pectoralis majoris. P. vaginalis cérvicis uteri s. P. infra vag i n a l is úteri, het gedeelte van de hals van de baarmoeder, dat door de schede omvat wordt; onder „portio” zonder meer wordt portio vaginalis uteri verstaan.
