Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Poliep

betekenis & definitie

in de dierkunde; de aan een steel vastzittende hydrozoa; vandaar in de ziektekunde: ieder gezwel, dat met een steel aan een slijmvlies, soms ook aan de huid, een weivlies of een synovia (zie ald.) vastzit; allerlei soorten van gezwellen kunnen de vorm van een poliep hebben; ook vastzittende bloedstolsels (polypus fibrinosus; vgl. Tumor fibrinosus) worden polypen genoemd, bijv. pólypus córdis, een thrombus in de holten van het hart, en de placentapoliepen, die zich op ruwe plekken der placenta vastzetten.

< >