Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Pannus

betekenis & definitie

(Lat., doek, lap), oppervlakkige troebeling van het hoornvlies, doortrokken met vertakte bloedvaatjes. (Tegenwoordig spreken ook de chirurgen van pannus — bloedvaatrijk beslag — op de darmen). P.carnósus s. sarcomatósus, P. met vorming van granulaties (wild vlees).

P.crassus (Lat. dik), P. met rijkelijke vorming van nieuw weefsel. P. eczematósus s. p h ly ctae n u lós us s. scrofulósus, s. herpéticus, P. ten gevolge van keratitis eczematosa (zie ald.) bij scrofulose, gepaard gaande met phlyctaenen of herpes corneae (zie ald.). P. glaucomatósus, P. bij glaucoma. P. melaneus, vgl. Melasma. P.regeneratiónis s. reparativus, vorming van bloedvaatjes in het hoornvlies bij het herstel van zweertjes in het hoornvlies.

P. ténuis (Lat., dun), P. met geringe vorming van nieuw weefsel; vgl. P. crassus. P. trachomatósus, P. bij trachoma.

< >