Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Nóna

betekenis & definitie

(oorsprong onzeker, misschien van lt. non na, grootmoeder, mogelijk met de gedachte aan de slaapzucht bij oude lieden, of aan betovering door een oud vrouwtje), slaapzucht, die tijdens en na het heersen van influenza voorkomt; vgl. Encephalitis lethargica.

< >