(Lat.), doorgang. M. acústicus ext. int., uitwendige, inwendige gehoorgang.
M. auditórius = M. acusticus. M. nasi, neusgang. M. nasopharyngeus, neuskeelgang; loodrecht lopende gang tussen de achterste uiteinden van de middelste en onderste neusschelp enerzijds, en de uitgang der tuba Eustachii anderzijds. M. urinarius, mond van de urinebuis.