(verkleinw. van luna, maan),
1. (halve) maantje, het witte gedeelte bovenaan de nagels;
2. het niet door bindweefsel versterkte gedeelte van de vrije rand der halvemaan-vormige hartkleppen; 3
. halvemaan-vormige beenplaatjes aan de bovenste voorste hoek van de hiatus maxillaris, waaraan het traanbeen vastzit; halvemaan-vormige zweer van het hoornvlies.