Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Impoténtia

betekenis & definitie

(Lat.), onvermogen, in ’t bijzonder I. coëundi, onvermogen om de bijslaap uit te oefenen; hetzij orgánica, door ziekelijke veranderingen van het mannelijk lid, of psÿchica s. nervosa, door vrees, gebrek aan zelfvertrouwen, schaamte, enz. Verder: I. generándi, onvermogen tot de voortplanting, waarbij de bijslaap wel plaats heeft, doch het zaad onvruchtbaar is.

< >