(Lat., schurft, bij Celsus, misschien afgeleid van ab impetu, van den beginne af, omdat er dadelijk korsten bij voorkomen), huiduitslag met etterblaasjes, die geen littekens achterlaat. I.
Bockhart, de eigenlijke impetigo, waarbij de blaasjes ontstaan, zonder dat een knobbeltje of puistje voorafgaat; meestal aan de benen en de billen. I. bullósa, blaarvormende I. = pemphigus neonatorum, zie ald. I. contagiósa s. parasitaria s. vulgaris (T. Fox, 1864), besmettelijke, soms epidemische huidziekte, vooral bij kinderen, met blaasjes ter grootte van een speldekop op het hoofd en boven op de hand; indrogend tot bruine korsten. I. herpétifórmis (Hebra, 1872), bijna alleen bij vrouwen tijdens de zwangerschap of tijdens het kraambed voorkomende vorm van pemphigus (zie ald.), het eerst aan de geslachtsdelen en aan de binnenvlakte der dijen ; gaat met hevige koorts gepaard en is meestal dodelijk; syn. herpes vegetans (Auspitz), herpes pyaemicus(Neumann); vgl. Herpes s.
Hidroa gestationis. I. simplex s. staphylógenes, = I. Bockhart. I. syphilitica, pustuleus syphilide aan de folliculi der haren en smeerklieren, vooral van het behaarde hoofd en de baard.