verlamming van een gehele lichaamshelft; of ook, éénzijdige (niet „halfzijdige”) verlamming. H. altérnans, afwisselende hemiplegie, verlamming van bepaalde door de hersenzenuwen beheerste spieren aan de zijde, waar de ziektehaard gelegen is (homolateraal), met verlamming der ledematen aan de andere zijde (contralateraal).
H. altérnans superior s. oculomótoria, verlamming van de n. oculomotorius aan de zijde van de ziektehaard en van de aangezichtsspieren, de tong en de ledematen aan de andere zijde, zie Benedikt, Weber.H. altérnans inferior s. facialis, verlamming van de aangezichtszenuw aan de zijde van de ziektehaard en van de ledematen aan de andere zijde. H. altérnans Infima s. hypoglóssica, homolaterale verlamming der tong-, slik- en gehemeltespieren, met contralaterale verlamming der ledematen. H. cruciata, gekruiste H., verlamming van een arm aan de éne en van het been aan de andere zijde. H. collateralis s. homolateralis, zijdelingse verlamming, nl. van de spieren, die door de hersenzenuwen worden beheerst, zowel als van die welke door de ruggemergszenuwen worden beheerst aan dezelfde zijde. H. lacunaris, verspreide H., door verspreid liggende kleine ziektehaarden. H. sine matéria, H. zonder dat letsels in het centrale zenuwstelsel worden gevonden. H.spastica infantilis (Benedikt), acute cerebrale kinderverlamming. H. spinaIis (Brown-Séquard), = hemiparaplegia.