Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Haemoglobínurie

betekenis & definitie

aanwezigheid van opgeloste bloedkleurstof zonder bloedlichaampjes in de urine; gevolg van oplossing der rode bloedlichaampjes door transfusie van bloed, septische ziekten, malaria (H. malar i ca), zwartwaterkoorts, vergiftigingen, verbrandingen of, bij aanvallen, zonder medewerking van deze oorzaken (transitoire of paraxysmale H.), bijv. na vermoeiende voetreizen of doorstane koude. Paroxysmale nachtelijke H., met sterk haemoglobine-houdende nacht-urine, die overdag normaal is.

Syn. Anaemia haemolytica cum haemosiderinuria, ziekte van Marchiafava-Micheli.).

< >