stoffen, die zekere scheikundige processen aan de gang brengen of versnellen zonder zelf eraan deel te nemen (catalysatoren). Naar gelang de fermenten cellen zijn of voortbrengselen daarvan, onderscheidt men gevormde en ongevormde fermenten; syn. enzymen.
De belangrijkste zijn de koolhydratensplitsende (amylolytische), de eiwitsplitsende (proteolytische), de vetsplitsende (lipolytische) fermenten, de gistingsfermenten, de oxyderende fermenten (oxydasen) en de stollingsfermenten (leb, fibrineferment).