vgl. Systole; een door een bijzondere, bijv. van een ongewone plaats uitgaande prikkel veroorzaakte ontijdige samentrekking van het hart, of delen daarvan; bij ziekten van de hartspier, arterio-sclerose, schrompelnier, vagusneurose, vergiftiging met tabak, digitalis, enz.; men onderscheidt ventriculaire E., als alleen de kamers het verschijnsel vertonen, atrioventriculaire E., als kamers èn boezems zijn aangedaan en boezem-E., als alleen de boezems extrasystolae hebben; vgl.
Allorhythmie, Parasystolie.