vallende ziekte, slepende ziekte van het centrale zenuwstelsel, zich uitende door aanvallen van krampen met bewusteloosheid en veranderingen in de zielsverrichtingen tijdens en na de aanvallen, of op de duur ook blijvend. Men onderscheidt E. diúrna en noctúrna, naar gelang de aanvallen des daags of bij nacht optreden, verder
1.E. gravior (haut mal) met zowel verlies van bewustzijn als algemene krampen.
2. E. mitior (petit mal) met aanvallen van bewusteloosheid zonder krampen.
3. Abortieve aanvallen met onbeduidende trekkingen in enkele spiergebieden. Hiertoe behoort ook de Akinetische E., met plotseling verlies van de controle over de lichaamshouding. Is er geen ontleedkundige oorsprong aan te wijzen, dan spreekt men van genuine of essentiële E., in tegenstelling van de schors-E. (Jackson’s E. partiaIis), die van een bepaald deel der hersenschors uitgaat; de diëncephale E. (Penfield), door afwijkingen in de hypothalamus; de traumatische E., na verwondingen van de schedel; de reflex-E., die door letsel aan een periphere zenuw wordt opgewekt; verder heeft men E. larvata (gemaskerde E.), waarbij, in plaats van de krampaanvallen, andere verschijnselen voorkomen, eveneens bij aanvallen, zoals slaapzucht, afgetrokkenheid van de geest (abscense), duizeling, enz. E. procursiva (procurro, vooruitlopen), loopzucht, aanvallen met neiging om voor- of achteruit te lopen (vgl. Poriomanie). E. rétinae (vgl. Ischaemia retinae), voorbijgaande blindheid (Hughlingsjackson), waarvan de oorzaak echter niet in de ogen, maar in het centrale zenuwstelsel ligt. E. rotatória, aanvallen met draaiingen om de lengte-as E. spinal is, vgl. Spinale epilepsie. E. vasomotoria, gevallen, waarbij vaatkramp bleekheid aan het gelaat en de ledematen op de voorgrond treedt en ook aan de lichaamskrampen voorafgaat.