Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Elastisch

betekenis & definitie

elasticiteit (veerkracht) bezittend, op elasticiteit betrekking hebbend. Elastische vezelen, sterk lichtbrekende, aan zuren en alkaliën sterk weerstand biedende vezels in de grondstof van het fibrillair bindweefsel, waarvan zij de elasticiteit (het vermogen om zich na vormverandering tot de oorspronkelijke vorm te herstellen) veroorzaken.

Hebben zij in bindweefsel de overhand, dan noemt men dit E. bindweefsel, bijv. in banden (lig. nuchae) en vliezen (in de slagaderwand).

< >