doorloop, omdat volgens G a I e n u s bij deze ziekte de nieren de gedronken vloeistof aantrokken en terstond weder onveranderd verwijderden), „urineloop”. D. albuminósus (V.
Noorden), vorming van een abnormaal eiwitlichaam, dat door azijnzuur uit de urine wordt neergeslagen, bij orthostatische albuminurie.D. albuminúricus (Ebstein), benaming voor een albuminurie, waarvan de oorzaak niet is gelegen in de nieren, maar in de stofwisseling. D. insipídus (Lat., smaakloos) s. spürius (Lat., onecht), de eenvoudige of suikerloze D., een zelfstandige slepende ziekte, waarvan het kenmerkend verschijnsel is de zeer grote hoeveelheid urine van laag soorteiijk gewicht; gaat vaak samen met zenuw- en hersenziekten. D. mellftus (Lat., honingzoet) s. verus (Lat., waar), suikerziekte; slepende ziekte, waarbij de overvloedige urine druivensuiker bevat, en welke in ernstige gevallen onder toenemend verval van krachten de dood ten gevolge heeft (suikertering); soms wordt tijdelijk niet veel urine afgescheiden (D. decípiens, bedriegelijke suikerziekte). Naar de oorzaken (voor zover bekend) te onderscheiden in D. pancreaticus, hepéticus, neurógenes, arthríticus, naarmate een aandoening van de alvleesklier, de lever, het zenuwstelsel of wel jicht de grondslag vormen. D. inosítus, suikerziekte, waarbij naast druivensuiker ook spiersuiker (inosiet) in de urine voorkomt, die onvatbaar is voor gisting. D. salínus (Lat., sal, zout), vermeerderde afscheiding van urine met verhoogd zoutgehalte.