hoek-, oog-, of hondstanden aan weerszijden van de snijtanden. D. bicuspidati, tweeknobbelige tanden = D. praemolares.
D. d e c I d u i (Lat., afvallend, vergankelijk,) melktanden.D.embolifórmes (vgl. Embolus), overtollige, tussen de andere ingeklemde tanden. D. i n c i s i v i, snijtanden, de vier bovenste en vier onderste middelste tanden; syn. Incisivi. D. lactuales (lac, melk), = D.decidui. D. molares (molo, malen), maaltanden, ware kiezen; de drie achterste tanden van het blijvend gebit met meer dan twee knobbels op de kauwvlakte (D. multicuspidati); syn. molares. D. permanéntes, het blijvend gebit. D. praemoláres, vóórmaaltanden, twee (valse) kiezen, die tussen de hoektanden en de ware kiezen staan, met twee knobbels op de kauwvlakte (D. bicuspidati). D. sapléntiae s. serotíni (sapientia, wijsheid; serotinus, laat), de derde, eerst na het 15e jaar doorbrekende kiezen, verstandskiezen.