Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 25-06-2020

Condúctor

betekenis & definitie

(Lat.),

1. geleider (in de natuurkunde, voor warmte of electriciteit).
2. (in de erfelijkheidsleer), iemand, die een erfelijke ziekte of eigenschap overbrengt op een volgend geslacht, zonder zelf ziek te worden, bijv. de vrouwen bij bloederziekte en kleurenblindheid.
3. in de zenuwphysiologie, de reflexboog, welke als geleider ligt tussen het ontvangorgaan (receptor, zie ald.), en gevolgorgaan (effector, spier, klier enz.).

< >