(Lat., onderaards afvoerkanaal, riool).
1. bij sommige dierengroepen, en als misvorming ook bij de mens, een holte, waarin zowel de darm als andere organen, voornl. de urine- en geslachtswerktuigen, hun uitmonding hebben.
2. in de heelkunde, een etterholte in necrotisch been, waarin de sequester gelegen is.