Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 25-06-2020

Chólera

betekenis & definitie

braakloop, Ch. asiatica s. índica, s. epidémica, oorspronkelijk uit Indië ingevoerde en daar inheemse (endemische), in Europa meestal epidemisch voorkomende, besmettelijke ziekte, veroorzaakt door de kommabacil van R. Koch (vgl.

Vibrio). Men onderscheidt vier tijdperken, stadium prodromorum (der voortekenen) met pijnloze buikloop; stadium confirmatum (het duidelijke, „bevestigde” tijdperk) met rijstwaterontlasting; stadium algidum s. asphycticum (het koude of polsloze tijdperk, met daling der lichaamswarmte, onvoelbare polsslag, onmacht, staking der urineafscheiding; stadium reactivum s. reconvalescentiae, herstellingstijdperk. Ch. i nfantum, kindercholera, uiterst snel verlopende vorm van de maag- en darmontsteking der zuigelingen. Ch. nostras (nostras, inheems) s. européa s. aestiva (aestivus, zomers), s. indigena (ind i g e n u s, binnenslands geboren), inheemse, niet besmettelijke braakloop, met choleraachtige verschijnselen, meestal op zich zelf staande, in de nazomer iets meer talrijke gevallen van zeer sterke, doch zelden dodelijke maag- en darmonsteking. Ch. sicca, droge braakloop, de vorm van Ch. asiatica die het snelst de dood veroorzaakt, waarbij, door darmverlamming, de buikloop achterwege blijft. Ch. des doigts (Fr.), ecchymoses (zie ald.) aan de vingers bij looiers. Ch. herniaire (zie Hernia), buikloop bij afsluiting van de darm (Malg u i g n e).

< >