Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 25-06-2020

Bifurcatie

betekenis & definitie

(furca, vork),

1. tweevoudige vertakking, deling in twee gelijkwaardige stukken, in het bijzonder van de luchtpijp.
2. Operatie bij coxa vara (zie ald.) door aangeboren heupontwrichting, waarbij het hoofd van het dijbeen met een stuk van de schacht wordt afgezaagd en met de zaagvlakte aan de buitenzijde van de schacht wordt gefixeerd beneden de zaagvlakte, en de schacht met de zaagvlakte boven in de gewrichtskom wordt geplaatst; het dijbeen vormt dan een vork met twee tanden (Lorenz, 1919); syn. Gabelung.

< >