het nabijkomen van de pijlnaad tot het promontorium van het heiligbeen bij de baring, waarbij het naar voren gelegen wandbeen lager komt te staan dan het andere. A. posterior, het verwijderd blijven van de pijlnaad van het promontorium; scheve stand (obliquiteit) van Litzmann of van Naegele.
Vgl. Synclitismus.