Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 25-06-2020

Aphasie

betekenis & definitie

gewoonlijk gedeeltelijk verlies van het vermogen om te spreken of het gesprokene te begrijpen, zonder stoornis in de geestvermogens of in de uitwendige spraakwerktuigen. Aphasia amnestica, herinneringsaphasie, waarbij de zieke, zonder dat woorddoofheid bestaat, en terwijl de spraakbewegingen kunnen worden uitgevoerd, voorwerpen en personen niet kan noemen.

Syn. verbale amnesie, woordvergetelheid, herinneringsaphasie. A. motoria s. atactica s. associatoria, bij verlamming van het bewegingscentrum voor de spraak (derde linker voorhoofdswinding), maar ongestoord begrip voor de woorden, kunnen, ondanks normale innervatie van de periphere baan voor de spraak, de woorden niet worden gevormd, of de spraak blijft beperkt tot enkele, telkens weder gebruikte woorden. Syn. aphasie van Broca. A. sensoria (Wern icke), woorddoofheid (Kussmaul), verlamming van het woordklankcentrum (eerste I. slaapwinding), waardoor het gesprokene niet wordt verstaan; hierbij meestal paraphasie (zie ald.). A. transcorticalis (Lichtheim en Wernicke), spraakstoornis, berustende op stoornis in de associatievezels, tussen de afzonderlijke spraakcentra; de zuivere aphasieën echter berusten op stoornis in de stafkransvezelen, en scheiding van de beide geluid- en klankcentra van de klankgeleiding. Bij de transcorticale motorische A. is het verstaan van woorden over het geheel behouden, maar het uit eigen beweging spreken opgeheven; naspreken, op dicté schrijven, hardop lezen behouden.

Bij de transcorticale sensorische A. is het uit eigen beweging spreken ten dele behouden, het verstaan van woorden nagenoeg verloren, naspreken, hardop lezen, op dicté schrijven (zonder het te verstaan) behouden. Bijv. nw. aphatisch.

< >