tegenwerkers, spieren of zenuwen van tegengestelde werking (buigers en strekkers, vagus en sympathicus); vgl. Synergisten.
Bijv. nw. Antagonistisch. In de tandheelkunde: tand, die zich bij gesloten tandrijen tegenover een tand in de andere kaak bevindt; elke tand staat tegenover twee antagonisten: de gelijknamige heet hoofd-A., de andere bij-A.