Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 25-06-2020

Amboceptoren

betekenis & definitie

(ambo, beiden; ca pi o, vatten), de thermostabiele (door warmte niet vernietigd wordende) bestanddelen van een „immuunserum”, door wier tussenkomst de „complementen” worden verbonden aan cellen, die dan beschadigd (opgelost) worden. De A. zijn „antilichamen”, in het bloed afgestoten „receptoren” of „zijketens”, hierin echter te onderscheiden van de antitoxinen, dat zij twee (vandaar ambo) „haptophore” groepen bezitten, nl. één, die zich hecht aan de overeenkomstige „receptor” der cel (cytophore groep) en één die het complement bindt („complementophile” groep) (Ehrlich en Morgenroth).

Syn. immuunlichamen, tussenlichamen, copula (P. Muller), desmon (London), philocytase, fixateur (Metschnikoff), substance sensibilisatrice (Bo r d e t), praeparator (Gruber) hulplichamen (Büchner).

< >