Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Buis (kledingstuk)

betekenis & definitie

kleedingstuk, in den regel beschouwd als afkorting van wambuis (zie o. d. w.), waarbij men dan moet aannemen, dat deze al zeer vroeg ontstaan is, toen het woord wambuis nog den met de Romaansche uitspraak overeenkomstigen klemtoon, nl. op de eindlettergreep, moet gehad hebben, welken het in de 17e eeuw blijkens de versmaat niet meer had; ook de in de volkstaal voorkomende vorm wammes wijst op een klemtoon op 1 e lettergreep. Het zou echter kunnen zijn, dat het toch een afzonderlijk woord was, en een met de benaming van een ander kleedingstuk, buis of beis in Groningen en Drenthe voorkomend (zie Ned.

Wdb. III, 1770 vlg.), hoewel niet uitgesloten is, dat ook dit laatste een afkorting van wambuis (—beis) zou zijn.

< >