kraton [vorstenverblijf]. Kraton, samengetrokken uit Karaton, is een Javaans woord, volkomen regelmatig gevormd van Ratoe, dat is vorst, en betekent ‘vorstenverblijf’. Het woord wordt behalve van verschillende andere vorstenverblijven op Java, waarvan de plaats veelal nog aan enige ruïnes kenbaar is, gebruikt voor de verblijven van de Soesoehoenan van Soerakarta, van de sultan van Jogjakarta, van de onafhankelijke prinsen Mangkoe Negôrô en Pakoe alam [twee titels die respectievelijk betekenen ‘beheerser van het rijk’ en ‘spil van de wereld’]. Ook de vorstenverblijven te Bangkalan en Soemenep op Madoera worden kratons genoemd. In het Maleis is het woord uit den vreemde ingedrongen en wellicht is het alleen aan de Europeanen toe te schrijven dat het voormalig verblijf van de vorsten van Atjeh gewoonlijk de Kraton genoemd wordt. Naast Kraton of Karaton bestaat er in het Javaans nog een tweede woord van dezelfde grammaticale vorm en ongeveer gelijke betekenis, te weten Kedaton of Kadaton, afgeleid van Datoe, dat in betekenis niet kennelijk van Ratoe verschilt. Het spraakgebruik heeft echter gewild dat Kadaton gewoonlijk gebruikt wordt voor dat deel van de Kraton, waarin de vorst zelf met zijn vrouwen en kinderen verblijf houdt. Men vertaalt het gevoeglijk door ‘binnenhof’. De Kraton in zijn geheel is een aanzienlijke ruimte omringd door muren, voorzien van poorten en bedekt door een groot aantal gebouwen en pleinen, straten en wegen, kanalen en vijvers, kampongs en lusthoven, want bijna allen wonen in de Kraton die, al is het ook slechts als werklieden, tot het hof in enige betrekking staan. De Kraton van de sultan van Jogjakarta heeft meer dan een uur in omtrek en zijn bevolking wordt op wel 15.000 zielen geschat. De Kraton van Soerakarta, ons minder nauwkeurig bekend, zal voor die van het kleinere rijk wel niet onderdoen.
Voor de hoofdingang van de kraton ligt altijd een uitgestrekt plein bestemd voor openbare plechtigheden en feesten, aloen-aloen genoemd. Een tweede maar veel kleinere aloen-aloen vindt men ook aan de achterzijde van de kratons van de Javaanse hoofdsteden. Het woord aloen-aloen is echter niet tot de voorhoven van de kratons beperkt. Het wordt ook gebruikt voor de dorpspleinen, die in eigenlijk Java worden aangetroffen op alle plaatsen waar regenten hun zetel hebben, en nog algemener zijn in de Soendalanden, waar ze in iedere hoofdplaats van een kaloerahan (zie kampong) worden aangetroffen. De aloen-aloen bevindt zich altijd vóór de woning van de vertegenwoordigers van het gezag, en het teken van het gezag is de daarop geplante waringin-boom, waarvoor op de aloen van een vorst, vaak ook op die van een regent, een tweetal van deze bomen, ieder afzondelijk door een sierlijk hek omsloten, in de plaats komt.
Oudere schrijvers verwarden de aloen-aloen wel eens met de daarop voorkomende open gehoorzaal, paseiban genoemd, waar de Javaanse ambtenaren ambtshalve met hun hoofden samenkomen en waar de rechtszittingen gehouden worden. Dat woord stamt van séwa of séba, waarvan de betekenis is: zijn opwachting maken aan een vorst of hogere ambtenaar tot behandeling van dienstzaken. De verbastering van dit woord tot passeerbaan, waarvan onder kaalkop gewag wordt gemaakt, hangt waarschijnlijk met die verwarring samen, want de aloen-aloen was dikwijls het toneel van toernooien of steekspelen en werd daarom als een ‘renbaan’ beschouwd. In Batavia en derzelver gelegenheid, deel I, p. 22, wordt de aloen-aloen van ’t keizerlijk hof te Kartasoera beschreven als: ‘eene zeer groote Renbaan, in welke alle Maandagen door de rijksgrooten en den Keizer zelven, met de lancie, vermaakshalve wordt gestreden, om elkander uit den zadel te ligten, of voorbij te rennen’.
De waringin- of tjaringin-boom is de banianboom, de beroemde heilige boom van de Hindoes, waarvan de naam, verbasterd tot benjamin (zie wederom artikel kaalkop) het Ficus Benjamina van Linnaeus, het Urostigma Benjaminum van de hedendaagse botanici heeft voortgebracht. Intussen worden ook andere nauw verwante Urostigma-soorten (Microcarpum, nitidum, enz.) vaak onder de naam van waringin begrepen. De waringin is de mooiste en reusachtigste boom van Java en krijgt door het uitschieten van luchtwortels, die weer in de grond dringen, bijstammen die hem in staat stellen een loofkroon te dragen van verbazende omvang, zodat hij zich als een berg van groen vertoont. Het is deze boom waarvan Milton zingt:</P><BLOCKQUOTE>‘Branching so broad and long that in the ground,<BR>The bending twigs take root, and daughters grow,<BR>About the mother-tree, a pillared shade —<BR>High overarched with echoing walks between.’</BLOCKQUOTE>welke verzen ik elders gewaagd heb aldus te vertalen:</P><BLOCKQUOTE>Zo lang en breed strekt hij zijn takken uit<BR>Tot ’t nederhangend twijgje wortel schiet,<BR>En rond den moederboom de dochters groeien,<BR>Tot de echo van des wandlaars stap weerklinkt<BR>In de gewelfde schaûw, die pijlers dragen. </BLOCKQUOTE>
kraton 2
kraton [vorstenverblijf]. Samentrekking van het Javaanse karaton, van ratoe ‘vorst’ met het voorvoegsel ka- en het achtervoegsel -an, dus letterlijk: de plaats van de ratoe of vorst.
Gepubliceerd op 15-08-2017
kraton
betekenis & definitie