banaan [bepaalde vrucht]. Deze plant is aan Oost- en West-Indië of, om juister te spreken, aan de tropische gewesten van Azië, Afrika en Amerika gemeen. Men heeft zelfs vroeger aangenomen dat zij, evenals de maïs en enige andere planten, in beide halfronden oorspronkelijk was, doch zulke voorstellingen worden door de tegenwoordige wetenschap gewraakt. Wat de banaan betreft gelooft men thans algemeen dat zij in de Oude Wereld thuishoort en vermoedt men dat zij in de allereerste tijd van de ontdekkingsreizen van Portugezen en Spanjaarden door hen naar de Nieuwe Wereld is overgebracht. En hiervoor pleit ook de zestiende-eeuwse getuigenis van Fernández Oviedus, Historia general y natural de las Indias, 1.8, c. 1, dat de platano door de Spanjaarden en Portugezen uit Groot-Kanarië het eerst naar de Nieuwe Wereld gebracht is en zich daar later vermenigvuldigd heeft.
Deze plant, die bij verschillende volken een belangrijke plaats onder de voedingsstoffen inneemt, heeft ook een aantal zeer uiteenlopende namen. In het Arabisch heet zij mauz, waarvan de botanische geslachtsnaam Musa afkomstig is. In de Indische Archipel heeft zij bijna zoveel namen als er talen gesproken worden; ik noem slechts als voorbeelden pisang in het Maleis en hoog-Javaans, gĕdang in het laag-Javaans, tjaoe in het Soendaas, oenti in het Makassaars. Zonderling is de Spaanse naam platano of plantano, want het eerste is in het Spaans ook de naam van de plataanboom, die niet in het minst op de banaanplant gelijkt, en plantano schijnt eerder een verbastering van platano, door de in de volksmond zo vaak voorkomende inlassing van de liquida (zie bij amfioen en pampoesjes) dan omgekeerd. Intussen is van platano de gewone Engelse naam platain gevormd. De meest verbreide naam van deze plant is echter banaan, naar het schijnt door de Portugezen in de vorm banána tegelijk met de plant uit Afrika naar Brazilië overgebracht, zodat Dapper, Beschryving van geheel Sina, p. 221, terecht kon schrijven dat bananas de naam van deze vrucht is bij de Brazilianen. Evenwel worden door Piso, De Indiae utriusque re naturali, p. 154, geheel andere namen als voor de pisangs in Brazilië gebruikelijk opgegeven, namelijk pacobuçu en pacobeté. Pacobuçu is de naam van de soort die de botanici Musa sapientum noemen, en pacobeté de naam van de Musa paradisiaca, die in Suriname bakkove (elders baccovo, pacoba) wordt genoemd. Men beschouwt in die gewesten de M. sapientum soms als de echte typische banaan en stelt ze als zodanig tegenover de M. paradisiaca, die kleiner en overvloediger vruchten draagt. Echter worden, als men algemeen spreekt, de bakkoves onder de naam van banaan begrepen. Zegt men dus, zoals men zo dikwijls leest, dat in West-Indië de banaan naast de bakkeljauw het hoofdvoedsel van de negerslaven placht te wezen, dan is daarmee niet beslist of men Musa sapientum of Musa paradisiaca bedoelt; het was zelfs doorgaans de bakkove, die aan de negers verstrekt werd.
Ik merkte al op dat de naam banaan door de Portugezen uit Afrika naar Amerika werd overgebracht. Inderdaad schijnt banaan oorspronkelijk Afrikaans te zijn. Volgens Rumphius is banaan een naam die in Guinea thuishoort; Th. Tromp in zijn Herinneringen uit Zuid-Afrika, p. 50, zegt mede dat men in Afrika de pisangs bananen noemt. Overigens hebben de Fransen en Duitsers algemeen de naam banaan aangenomen, en zelfs onder de Nederlanders, die in vroeger tijd met de minder afgelegen en meer door Europeanen gekoloniseerde West-Indische bezittingen, veel meer dan met de door het monopolie van de Compagnie voor de ondernemingsgeest van de particulieren gesloten gewesten van Insulinde bekend waren, was de naam banaan veel meer dan die van pisang bekend. In de laatste jaren, nu men Insulinde zoveel meer heeft leren kennen en waarderen en zovele families na veeljarig verblijf in Indië zich weer metterwoon in het moederland vestigen, wordt in de dagelijkse omgang het woord banaan meer en meer door pisang verdrongen, en is zelfs de ware pisang een spreekwoordelijke uitdrukking geworden. Sommigen willen de pisang van de banaan onderscheiden. Daar in een zo wijdverspreide cultuurplant natuurlijk een verbazend aantal verscheidenheden ontstaan zijn, kan men met het verschil van namen ook lichtelijk het denkbeeld van enig soortverschil verbinden, maar bepaalde soorten, waaraan men de naam van pisang ter onderscheiding van die van banaan zou kunnen toekennen, zijn niet aan te wijzen. Alle gekweekte variëteiten in Indië schijnen tot dezelfde beide soorten als de Amerikaanse: Musa sapientum en Musa paradisiaca, gebracht te moeten worden. Zelfs in Afrika worden pisang en banaan hier en daar door elkaar gebruikt. Zo leest men bijvoorbeeld in Mansvelts Kaapsch-Hollandsch idioticon, op het woord Pisang: ‘algemeene Kaapsche naam voor de verschillende banaansoorten’, terwijl De Marrée in zijn De Goudkust, II, p. 199, zelfs van pisangbomen als een product van die kust gewaagt.
Naar aanleiding van dit woord pisangboom merk ik hier ten slotte nog op dat het niet zeer juist is de pisangplant een boom te noemen. De stam is geheel kruidachtig en wordt slechts door de vast om elkaar gerolde bladscheden gevormd.
Gepubliceerd op 15-08-2017
banaan 1
betekenis & definitie