Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

Gepubliceerd op 21-07-2020

zwijmelen

betekenis & definitie

wankelen, onvast op de benen staan

Ik zag Arjun op de Meir voorbijkomen toen ik daar aan het spelen was. Hij zag mij niet, hij zag niks of niemand. Ik wist dat er iets serieus mis was, ik moest weten wat. Ik heb mijn bazaar ingepakt en ben achter hem aan gegaan. Op het Sint-Jansvliet stond hij te zwijmelen. En in die tunnel viel hij plat. Toen hebben we hem op mijn piano gelegd.
(Marita de Sterck, Niet zonder liefde)

In het hele taalgebied kun je 'zwijmelen' bij de aanblik van een idool of bij het horen van een liefdesliedje.

Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 3
Vlaamsheid: 1

< >