velo

betekenis & definitie

fiets

Ik trainde die winter minder en Eddy vond het vreemd. 'Ge zit gij niet meer op uwe velo?' Toch wel, zei ik, ik heb een speciaal, geheim toestel van de ploeg boven en daar train ik op om een betere tijdrijder te worden.
(De Morgen)

Naar het Franse voorbeeld 'vélo' afgekort uit 'vélocipède'. Dat laatste is samengesteld met 'vélox' (Latijnse voor 'snel') en '-pède' (van het Latijnse 'pes' = voet).

Geen Algmeen Nederlands
Gangbaarheid: 4
Vlaamsheid: 4