van zin(s) zijn

betekenis & definitie

van plan zijn

De militair en de vrouw rechts die van achter een gordijn toekijken, hebben het bed met elkaar gedeeld of zijn van zins dat te doen. Drinken, gokken, duelleren, hoereren en plunderen zijn aan de orde van de dag in de legers van de Franse Republiek.
(Joost Welten, Antihelden)
Als we hier straks allemaal de lucht in vliegen zal het niet mijn schuld zijn! Ik heb hen verwittigd. Maar ze moeten leren luisteren. Het staat niet op iemand zijn gezicht te lezen wat hij van zin is.
(Geertrui Daem, Het verdeelde huis)

Geen Algmeen Nederlands