uitzitten, vol maken
Ik steunde de regering-Tindemans I steeds met groot enthousiasme. In al mijn interviews onderstreepte ik dat zij haar volle vier jaar moest uitdoen.
(Wilfried Martens, De memoires: luctor et emergo)
In Belgisch-Nederlands wordt veel 'uitgedaan': het licht, aardappelen, een verplichte verblijfsperiode, een opleiding, een radio of tv, een woord in een tekst. Daarnaast ook alle soorten kleren en toebehoren die in Nederland 'uitgetrokken' of 'afgedaan' worden: een jas, broek, sjaal, ring, contactlenzen, piercing.
Geen Algmeen Nederlands
Gangbaarheid: 6
Vlaamsheid: 2
Gepubliceerd op 21-07-2020
uitdoen
betekenis & definitie