gaan wandelen (informeel)
Die eenheid met de natuur is de ware richtlijn in mijn leven. Mijn huis is er de belichaming van en ik was niet verwonderd toen er een katholieke patronage op wandel voorbijkwam en eenparig uitriep: ‘Wat een lelijk huis!’ Ook de sjieke madammen die voorbijdribbelen met hun hondje keuren dit huis af en de schrijver Godfried Bomans verklaarde dat het een ongemanierd individu is tussen een deftig gezelschap. Dat alles stemt mij tot grote tevredenheid.
(Renaat Braem, Het schoonste land ter wereld)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 7
Vlaamsheid: 1
Gepubliceerd op 21-07-2020
op wandel gaan
betekenis & definitie