zeker, onweerlegbaar
Naast mij zat een man van mijn leeftijd, met een gaaf gebit, maar misschien was het vals, terwijl de grijns waarmee hij het ontblootte ontegensprekelijk echt was.
(Elvis Peeters, De ontelbaren)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 6
Vlaamsheid: 7
Gepubliceerd op 21-07-2020
ontegensprekelijk
betekenis & definitie