ondergeschikte
Een overste van een Seminarie had zich aan een van zijn jonge onderhorigen vergrepen. ‘Ten slotte,’ zei hij, ‘deed ik toch niemand kwaad!’
(Marnix Gijsen, De afvallige)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 1
Vlaamsheid: 1
Gepubliceerd op 21-07-2020
onderhorige
betekenis & definitie