oom (informeel)
Tien kroegen en dubbel zoveel glazen bier later leek geen van mijn nonkels noch mijn vader zich nog te herinneren wat de aanleiding van dit uitje was geweest.
(Dimitri Verhulst, De helaasheid der dingen)
Het woord 'nonkel' is waarschijnlijk overgebleven uit 'mijn onkel', wat gebaseerd is op het Franse 'mon oncle'.
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 6
Vlaamsheid: 6
Gepubliceerd op 21-07-2020
nonkel
betekenis & definitie