Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

Gepubliceerd op 21-07-2020

iets op punt zetten/stellen

betekenis & definitie

regelen, verfijnen, uitwerken, bijstellen

Het werd een pijnlijk en moeilijk gesprek want ik voelde niet de minste sympathie voor hem. Al zijn onaangename kenmerken had hij behouden en zijn nieuwe waardigheid had hem daarbij nog verwaand gemaakt. Soms betreurde ik het dat ik hem niet gewoon als 'meneer' had begroet toen hij me Monseigneur noemde. Dat had de zaken op punt gesteld van meet af aan. Ik kon uit allerlei zinspelingen duidelijk opmaken dat hij niets afwist van mijn afvalligheid.
(Marnix Gijsen, De afvallige)
Naar alle waarschijnlijkheid speelde deze cartograaf een uiterst belangrijke rol bij het op punt stellen van de triangulatiemethode voor de opmaak van aardrijkskundige kaarten.
(Robert Halleux (e.a.), Geschiedenis van de wetenschappen in België van de Oudheid tot 1815)

In het Frans: 'mettre au point'.

Belgisch-Nederlandse Standaardtaal

< >